\ Piemonte - La Morra
Giulia Negri
Foto © giulianegri.com
Er zijn heel veel bedrijven die hun sleutel tot succes vinden in de continuïteit over de generaties heen. Maar soms moet men durven kiezen voor het pad van de tegenstelling, zoals Giulia Negri, wiens creatieve geest werd getriggerd door een opportuniteit waarmee ze zichzelf intussen wereldwijd liet opmerken.
Giulia Negri komt uit een familie die doorheen de tijd op verschillende fronten actief was en binnen diverse branches een zekere naamsbekendheid verwierf. De Diatto’s drukten hun stempel op de automobielsector, Bodoni vereeuwigde zijn naam in een lettertype, twee leden van de Chiappero’s lieten zich gelden in het Italiaanse parlement en Giulia’s grootvader Franco Negri maakte furore bij Olivetti, een bekend merk in de wereld van de typografie. Deze laatste vestigde zich tijdens zijn pensioen permanent op de Serradenari heuvel in het buitenverblijf van de familie en liet er omwille van zijn truffelobsessie heel wat wijnstokken sneuvelen om plaats te maken voor de aanplant van extra bomen. Wanneer hij in 2001 overlijdt, beslist Giulia’s vader Giovanni Negri om zijn politieke carrière op te geven en zich volledig toe te wijden aan de wijnbouw op deze waardevolle Barolo gronden, die hij aanvankelijk wou verkopen. Hij laat zich bijstaan door oenologen en herplant bijgevolg 6,5 hectare met nebbiolo, pinot nero, chardonnay en barbera, weliswaar met het behoud van de 12 hectare aan truffelbos dat er op dag van vandaag nog steeds staat. De oprichting van Serradenari als wijnmakerij is bij deze een feit, maar enkele jaren later wil Giovanni zich reeds ontdoen van zijn chardonnay en pinot nero. Dat is het moment wanneer Giulia op de proppen komt!
Ze vindt het jammer dat het experiment met de verschillende druivenrassen van zo een korte duur zou zijn en pleit voor het voortbestaan van deze wijnranken. Haar vader gaat akkoord op voorwaarde dat zij zelf instaat voor het beheer en dat ze de wijn die eruit voortkomt bottelt onder een eigen label. Alhoewel Giulia op dat moment helemaal niet de bedoeling heeft zich op het wijnmaken te storten, grijpt ze toch de kans met beide handen en start ze in 2009 haar micro-project dat ze naar eigen zeggen door ‘trial & error’ op poten zette. Giulia heeft het hart op de tong en geeft openlijk toe dat haar liefde voor wijn werd aangewakkerd in Bourgogne en niet in Barolo maar door zich steeds verder te verdiepen in het productiegedeelte ontdekte ze inmiddels ook de schoonheid die in de nebbiolo druif verscholen zit. De wetenschap rond de fenolische rijpheid hield haar reeds sinds lange tijd bezig en omdat ze ervan overtuigd is dat dit de nummer één vereiste is om een grootse wijn te verbouwen, gaat ze op eigenwijze manier op zoek naar methodes die hiervoor het meest geschikt zijn. Door de gedachten die ze uitwisselt met haar bevriende ‘garage’ wijnmakers en de ervaring die ze aldoende opbouwt, ontwikkelt ze een unieke stijl en een eindeloze drang om het steeds beter te doen. In 2014 neemt ze de volledige verantwoordelijkheid over de productie van Serradenari en in 2017 krijgt ze het volledige landgoed ter beschikking. Omdat de twee labels nog steeds naast elkaar bestaan, besluit Giulia om ze in 2019 samen te voegen en verder te produceren onder haar eigen naam. Met de hulp van Alessia en Arianna bereiken haar producten allerlei bestemmingen in het buitenland en vertelt elke fles die op de markt komt een stukje van dit ongelooflijke ondernemersverhaal.
La Morra dat zich bevindt in de Piemontese provincie Cuneo, ten zuiden van Turijn, is één van de 11 wijndorpen binnen de DOCG Barolo en ligt ten westen van de Tallòria dell’Annunziata, een zijrivier van de Tanaro die er het continentaal klimaat wat tempert.
Serradenari is eigenlijk de hoogstgelegen cru van de volledige Barolo appellatie en kijkt uit op de Monviso, de hoogste berg van de Cottische Alpen. De weersomstandigheden zijn er streng, met veel wind en dag-en nachttemperaturen die ver uit elkaar liggen, maar omdat de nebbiolo met zijn trage vegetatieve cyclus nu eenmaal goed gedijt in de buurt van hooggebergtes, levert deze druif hier uitgelezen kwaliteiten op. De hoge standaard van deze productiezone wordt mede bepaald door hoogte, expositie en bodemtype. Giulia liet in 2017 de allereerste bodemanalyse op het domein uitvoeren en kreeg daarmee min of meer bevestigd wat ze al langer op het zicht had vastgesteld, namelijk dat haar wijngaarden op de kleine afstand tussen 450 en 536 meter hoogte een grote geologische diversiteit vertoonden, die op een tijdschaal terug te leiden is tot zowel het Messiniaan als tot het Tortoniaan. In La Morra spreken we vooral over Marne di Sant’ Agata, d.i blauwe mergel rijk aan magnesium en mangaan, waarbij klei vermengd is met fijn zand en een kalkachtige component bevat. De complexe ondergrond van Serradenari bevat hier en daar wat atypische elementen en een deel van de wijngaard behoort zelfs tot de veelbesproken MGA Brunate. Om die reden brengt Giulia dan ook 3 verschillende types Barolo uit, zijnde van hoog naar laag de Marassio, Serradenari en La Tartufaia. Daarnaast vult ze haar gamma aan met wijnen op basis van de eerder genoemde druivenvariëteiten die dan een beroep moeten doen op de bredere DOC’s Langhe en Barbera d’Alba.
Voor Giulia Negri is het respect voor de natuur een evidentie en daarom tracht zij zo min mogelijk tussen te komen in haar bestaande ecosystemen. Vanaf de oogst van 2019 werd haar het bio-certificaat toegekend door Valoritalia. Ook tijdens de vinificatie houdt zij er een artisanale aanpak op na en werkt ze volgens het principe van de spontane gisting. De nebbiolo met bewaring als doel gaat een lange maceratie op de schillen tegemoet in houten conische vaten. Door deze vorm is de oppervlakte van de vaste bestanddelen kleiner en moet er minder omgeroerd worden. Zo kan de wijn rustig fermenteren en wordt hier eerder een infusie dan een extractie beoogd. Dit proces neemt een gemiddelde van 50 à 60 dagen in beslag, maar als Giulia het nodig acht, dan waagt zij zich in sommige gevallen aan 120 tot 180 dagen. De officiële release van een Barolo is gesteld op minstens 38 maanden, waarvan er minimum 18 op hout dienen te verlopen, maar ook hier kiest zij voor langere periodes op Slavonische eik die variëren van 2 tot 3 jaar.
Giulia’s ambitie drijft haar soms tot extremen, maar het leidt wel degelijk tot de gewenste resultaten. Zo bekroonde de Italiaanse ‘Slow Wine’ gids ( editie 2021) haar onlangs nog met de award voor ‘beste jonge wijnmaakster van het jaar’, omwille van haar oenologische bekwaamheid met een sterk inzicht in terroir. Haar ‘female touch’ brengt ongetwijfeld een zekere elegantie met zich mee die niet altijd vanzelfsprekend is voor deze wijnsoort. Deze charmante jonge dame hoopt vurig dat ze net zoals haar ingenieuze voorouders op termijn het verschil zal gemaakt hebben binnen haar métier, zodat haar cuvées een blijvend voorbeeld mogen zijn voor de toekomst van de Barolo.