Badette is vernoemd naar een klein gehucht in de gemeente Saint-Christophe-des-Bardes, waar tijdens de 18e eeuw de wijngaard werd uitgebreid door een reeks begoede grondbezitters. Een opeenvolging van adellijke erfenissen tekende het landschap verder uit en inmiddels werd de grond opgedeeld in Badette d’Allard (huidig domein) en Badette de Foussat (nu Château Haut-Badette). Tot halverwege de 20e eeuw was het land steeds in handen geweest van belangrijke families (Carles, d’Allard en Foussat de Bogeron), maar na WOII ging het bergaf en volgde een verloedering van de gebouwen door een voortdurende wissel van bewoners. Uiteindelijk werd Château Badette eigendom van de gemeente Saint-Emilion, maar nadien is het de Belgische Marc-André Vandenbogaerde die de reputatie van Badette onder zijn bewind zou herstellen. Bijgestaan door Jean-Philippe Fort, oenoloog van het Rolland laboratorium, leidt hij in 2012 de comeback in van het chateau dat volledig gerenoveerd wordt.

Ook de wijngaarden worden bestudeerd en heraangelegd en zo gebeurt het dat Château Badette opnieuw een gevestigde waarde wordt in de regio. Recente berichten bereikten ons echter met het droevige nieuws dat Dhr. Marc Vandenbogaerde is overleden. Zoon Arnaud Vandenbogaerde stond zijn vader reeds bij in het reilen en zeilen van het bedrijf en zal dit ongetwijfeld met dezelfde bezieling verder doen. Een oppervlakte van 10,5 ha geeft ruimte aan wijnstokken met een gemiddelde leeftijd van 30 jaar oud en kent een verdeling van 75 % merlot, 15 % cabernet franc, 7 % cabernet sauvignon en 3 % petit verdot. De bodemvochtigheid is niet overal dezelfde. Zo ligt er bijvoorbeeld vlak naast Château Figeac anderhalve hectare warme kiezelachtige grond van alluviale oorsprong met een goede drainage en dit levert topresultaten op voor de cabernets. Verder treft men vooral kalk- en kleilagen (zanderige kleibodem tot compactere klei) aan met verschillende concentraties afhankelijk van de hoogte op de helling.